Help mijn kind maakt een strijd van het avondeten!

Kinderen en gezond eten: het kan soms best een uitdaging zijn. Als ze net uit de luiers komen gaat het vaak nog, maar er komt een omslagpunt dat ze wel op alles ‘nee’ lijken te zeggen. Hoe zorg je dat het avondeten dan geen strijd wordt?

1. Bord hoeft niet leeg

Het kan dat je van huis uit hebt meegekregen dat je je bord hoort leeg te eten. Echter werkt dit vaak averechts. Door een kind te dwingen zijn bord leeg te eten, leer je hem om voorbij zijn natuurlijke verzadigingsgevoel te eten. Dit is niet gunstig en werkt overeten in de hand. Schep liever wat te weinig op dan te veel, een keer extra opscheppen kan altijd nog. Of nog beter: laat je kind zelf opscheppen hoeveel hij/zij wilt eten.

2. Focus op weekinname in plaats van losse eetmomenten

Soms kun je als ouder het gevoel krijgen dat je kind enorm eentonig eet. Focus niet te veel op losse eetmomenten, maar kijk naar het grotere plaatje. Als een kind per week ongeveer alles binnenkrijgt wat hij/zij nodig heeft, energiek is en goed groeit, dan is er vaak niks aan de hand. Je kunt er voor jezelf ook de druk afhalen door te zorgen dat je kinderen bijvoorbeeld overdag al wat rauwkost binnenkrijgen (los, op brood of verwerkt in producten zoals pannenkoekjes met verstopte spinazie of courgette er door). Dan ligt er minder druk op de inname tijdens de avondmaaltijd.

3. Geen beeldschermen

Je kind een beeldscherm voorzetten zodat hij/zij wel eet. We hebben het vast allemaal weleens gedaan. Alleen kleven er best wat nadelen aan. Voor een gezonde relatie met eten is het essentieel om te eten met aandacht. Alleen zo kun je goed voelen wanneer je verzadigt bent of juist nog behoefte hebt aan meer eten. Daarnaast is samen aan tafel zitten en de dag doorspreken een moment van verbinding. Dit is ook belangrijk voor de sociale ontwikkeling van kinderen. Maak van een eetmoment daarom echt een eetmoment: met z’n allen áán tafel en zónder beeldschermen.

4. Maak duidelijke afspraken

Maak met elkaar duidelijke afspraken wat je van elkaar verwacht rondom het avondeten. Hoe lang blijven we aan tafel zitten? Wat als iemand iets niet eet? Bespreek dit ook samen met je kinderen (vanaf 4 jaar). Geef als ouder aan wat je prettig vindt, maar geef ook de kinderen de ruimte om aan te geven wat zij fijn vinden om het gezellig te houden aan tafel. Maak vervolgens afspraken met elkaar hoe jullie dit gaan aanpakken. Dan kan je hier naar terugverwijzen op lastige momenten.

5. Geef zelf het goede voorbeeld

Sta eens stil bij wat je zelf in je gedrag laat zien: eten wij als ouders alles? Proeven wij ook alles wat we niet kennen? Of laat je merken dat je iets niet wilt eten? Geef zelf het goede voorbeeld, proef datgene wat je niet kent en zeg: ‘Dit lust ik nu nog niet.’ Door te zeggen ‘nog niet’ laat je zien dat dit nog kan veranderen en niet vast staat. Leg aan je kinderen uit: Van proeven leer je lusten. Door zelf ook regelmatig nieuwe dingen te proeven en dit meerdere keren te blijven doen, laat je zien dat je het kunt leren lusten.

Onze tips wat betreft je kind meer laten proeven:

  • Elke blootstelling aan nieuwe producten is al winst: laat je kind helpen met boodschappen doen, helpen bij het voorbereiden van de maaltijden, laat je kind zelf opscheppen.
  • Denk klein: 1-3 doperwten proeven of zelfs alleen maar in de mond nemen is al winst.
  • Probeer je kind nieuwsgierig te maken: vraag niet ‘Wil je dit proeven?’, maar ‘Denk je dat dit zoet of zuur smaakt?’

Inspiratie nodig hoe je jouw kind kunt begeleiden naar het leren proeven van verschillende soorten smaken? Denk dan eens aan het opstellen van een Leren-lusten-plan, zie hier hoe je dit aan kunt pakken.

6. Beloon je kind niet met eten

Bijvoorbeeld: je kind heeft net voor het eerst broccoli geproefd en nu heeft hij/zij een toetje ‘verdiend.’ Doe dit liever niet, onbewust geef je het kind dan de boodschap ‘het moet wel heel vies zijn als ik nu een beloning krijg. ‘ Daarnaast gebeurt het nog weleens dat kinderen gaan onderhandelen: alleen bij het allerlekkerste toetje zijn ze nog bereid om iets te proeven. In deze strijd wil je niet verwikkeld raken. Wees daarom duidelijk in wat zij kunnen verwachten: of elke dag een (voedzaam) toetje ongeacht hoe er is gegeten of alleen een toetje bij speciale gelegenheden.

7. Jij bepaalt wat jullie eten, je kind bepaalt hoeveel

Jij bepaalt als ouder wat er gegeten wordt, je kind hoeveel. Laat je kind zelf opscheppen. Geef ook aan dat er altijd de mogelijkheid is om extra op te scheppen. Zo ervaart je kind regie en voelt hij/zij minder druk om een bepaalde hoeveelheid te ‘moeten’ eten, wat strijd oplevert.

8. Tot slot: pick your battles

Zorg dat het geen strijd wordt aan tafel en ‘pick your battles.’ Stel je kind heeft nu wel een hap broccoli geproefd, maar zijn of haar tafelmanieren laten nog te wensen over. Laat dat dan even voor wat het is. Ander voorbeeld: weet je dat er vandaag een drukke dag op de planning staat omdat iedereen naar sporten moet? Kies dan voor een maaltijd die iedereen lust en maak op een andere dag iets nieuws met nieuwe uitdagingen. Maak het jezelf niet te moeilijk, en houd het behapbaar 😉


Help, mijn kind wordt te dik

Het ene kind wordt sneller te zwaar dan het andere. Erfelijkheid speelt hierbij een kleine rol. Echter, de belangrijkste oorzaak is te veel, verkeerd en/of te weinig bewegen. Vaak is het een combinatie van deze factoren.

Overgewicht bij kinderen is een steeds groter wordend probleem. In 2015 had 12 procent van de kinderen in de basisschoolleeftijd (4 tot 12 jaar) overgewicht. Een derde hiervan, 4 procent van alle 4- tot 12-jarigen, had zelfs obesitas (ernstig overgewicht). Meisjes en jongens hebben even vaak overgewicht. (CBS) De verleiding voor kinderen is tegenwoordig veel groter en dat maakt de keuze om gezond te eten lastiger. Het westerse eetpatroon is in de loop van de jaren sterk veranderd en zo die van kinderen ook. Het is niet zo dat kinderen persé meer zijn gaan eten, maar vaak wel anders. Kinderen eten relatief meer snacks, koek en frisdranken en minder “basis” producten. En vergeet niet, met de komst van computers, telefoons en Ipads bewegen kinderen ook steeds minder. Ook opvoeding kan een rol spelen. Bijvoorbeeld niet samen aan tafel, weinig controle, te laat naar bed en geen “schermtijd” (afspraken over hoe lang je kind op de tablet mag of tv kijken)  Kinderen kunnen echter ook dik worden van medicijnen. Voorbeelden hiervan zijn corticosteroïden, bloeddrukverlagende middelen en medicijnen bij epilepsie.

Waarom is het belangrijk er iets aan te doen?

Met overgewicht hebben kinderen meer kans op ziektes. Denk aan diabetes, hoog cholesterol, astma, hart- en vaatziekten en ga zo maar door. Daarnaast kunnen kinderen er ook psychisch last van hebben; pesten, kleren die niet passen en bijvoorbeeld sporten wat minder makkelijk gaat. Kinderen met overgewicht zijn vaak somber. Verder kunnen er gedragsproblemen en emotionele problemen ontstaan.

Moet mijn kind afvallen?

Dit is per kind verschillend. Het belangrijkste is om de eetgewoontes en leefstijlgewoontes aan te passen. Zo komen ze niet meer aan, maar groeien wel. Hierdoor verdwijnt overgewicht vanzelf. Maar wanneer je kind binnen het kader “obesitas” valt, kan het soms wel noodzakelijk zijn om je kind wat gewicht te laten verliezen. Maar het belangrijkste is om je kind niet op een streng dieet te zetten. Laat zien wat gezonde eetgewoontes en leefstijl zijn. Zo ontwikkel je geen “eetprobleem” en/of jo-jo effect.

En hoe krijg ik dat voor elkaar?

Kijk eens goed naar de leefstijl en het eetpatroon van jezelf en die van je kind. Zijn er dingen die je meteen al kan verbeteren? Snoepen kan, alleen wat, hoeveel en met welke mate doet je kind dat nu? Daarnaast kunnen wij jullie hierbij verder ondersteunen. Denk aan afstemming voor de juiste hoeveelheid, hoe je het kan toepassen in jullie gezin en ga zo maar door. In de begeleiding streven we naar een stabiel gewicht of minimale gewichtsdaling.

 

Maar niet alleen wanneer je kind te zwaar is kun je bij ons terecht. Wij zijn er ook voor kinderen met

–      Ondergewicht

–      Voedselallergieën / Voedselintoleranties

–      Moeite met eten

–      Darmproblematiek

–      Een handicap of beperking

–      Groeiachterstand

–      Intensieve sport

 


Menu