Etiketten lezen: hoe doe je dat?

Etiketten zijn op het eerste gezicht niet altijd even duidelijk. Hoe lees je nu een etiket? En wat zijn nu de belangrijkste zaken om op te letten ? In deze blog vind je alle tips en tricks.

 

1. De voedingswaarde tabel

 

De voedingswaarde tabel geeft je een overzicht van de hoeveelheid kilocalorieën, eiwitten, vetten, koolhydraten, suikers, vezels en zout een product bevat, vaak per 100 gr of 100 ml. Let erop dat een portie van een product soms meer of minder is dan die 100 gr/ml. Uitgaande van deze tabel kan je zien of een product gezond is of niet. Vruchtensap lijkt een goed vervangend product voor frisdrank, maar als je kijkt naar de voedingswaardetabel is te zien dat vruchtensap net zoveel of soms wel meer suiker bevat.

 

2. Laat je niet verleiden door de verpakking van een product

 

Een van de belangrijkste tips: de benaming, de afbeelding op het product en slogans die op de verpakking staan zeggen niets over wat het product daadwerkelijk is. Ze kunnen je een indruk geven van hoe het product eruit ziet en waar het naar smaakt, maar daar is dan ook alles mee gezegd.

Neem bijvoorbeeld de fruitreep in frambozen smaak van de Albert Heijn. De verpakking laat een reep zien waarop lijkt dat er veel frambozen in zitten. Wanneer je naar de ingrediëntenlijst kijkt zie je dat de fruitvulling voor maar ongeveer 5% uit frambozen bestaat en voor de rest uit suiker. Toch staat er op de verpakking een grote afbeelding van frambozen met daarbij rijk aan vezels. Op de achterkant staat 45% frambozensmaakvulling. Wat er niet bij verteld wordt, is dat die fruitvulling vooral uit suiker bestaat. Negeer dus de naam en het plaatje op de voorkant, maar kijk allereerst naar de ingrediënten. Daar haal je veel meer uit.

Soort Per 100 Gram
Energie 386 kcal
Vet 7.5 gr
Waarvan verzadigd vet 3.5 gr
Koolhydraten 64 gr
Waarvan suikers 29 gr
Voedingsvezel 13 gr
Eiwitten 3.5 gr
Zout 0.33 gr

 

3. Let op de volgorde van ingrediënten

 

De ingrediëntenlijst vertelt ons iets over welke ingrediënten er in het product zitten en de hoeveelheid ervan. De ingrediënten staan in aflopende volgorde van gewicht in de ingrediëntenlijst vermeld. Is het eerste ingrediënt van een product bijvoorbeeld suiker? Dan is suiker het grootste bestanddeel. Hoe eerder een ingrediënt op de lijst staat, hoe meer er van in het product zit.

Als we bijvoorbeeld de ingrediëntenlijst van sweet chilisaus erbij pakken, is te zien dat suiker het eerst op de ingrediëntenlijst staat. Als je dan de voedingswaarden erbij pakt, zie je dat de chilisaus ook een grote hoeveelheid suiker bevat.

Ingrediënten

Ingrediënten: suiker, water, azijn, rode pepers 3%, gemodificeerd maiszetmeel, zout, specerijen, voedingszuren (azijnzuur, citroenzuur), conserveermiddel (kaliumsorbaat), verdikkingsmiddelen (xanthaangom, guargom).

Soort Per 100 Gram
Energie 199 kcal
Koolhydraten 49,5 gr
Waarvan suikers 46,7 gr

 

 

4. Product zonder suiker?

 

Yes, denk je een product te hebben zonder suiker? Er staat geen suiker op de ingrediëntenlijst, dan moet je goed zitten, toch? Laat je niet misleiden, er zijn namelijk enorm veel benamingen voor suiker, zoals sacharose (tafelsuiker), lactose (melksuiker), maltose (moutsuiker), glucose (druivensuiker), fructose (fruitsuiker), vruchtensap concentraat, etc. Daarnaast staat er vaak op een product dat iets ‘suikerarm’ of ‘light’ is. Dat klinkt leuk, maar dat wil niet altijd zeggen dat iets gezond is.

 

5. Zout

 

Iets wat ook vaak toegevoegd wordt naast suiker is zout. Dit kan op een product vermeld worden als zout of als natrium. Deze hoeveelheden zijn niet precies hetzelfde. In 2.5 gram zout zit ongeveer 1 gram natrium. Het aanbevolen maximum ligt bij volwassenen op 6 gram zout per dag, dat is 2.4 gram natrium per dag. Kies het liefst voor onbewerkte producten, in bewerkte producten zit vaak veel zout/natrium. Je zit sneller op het maximum dan je denkt!

Neem bijvoorbeeld een pizza salami, hier zit per 100 gram 1,4 gram zout in. Maar de pizza is meer dan 100 gr, uiteindelijk bevat één pizza 4.5 gram aan zout. Je zit dan dus al bijna aan het maximum van een dag

 

6. Verzadigd vet

 

Verzadigd vet vind je veel in dierlijke producten, vooral in vette vleessoorten zoals worst en roomboter. Daarnaast zit het in koek, gebak en snacks. Verzadigd vet verhoogt het LDL-cholesterol in het bloed. Als dit een langere tijd te hoog is, kan dit zorgen voor hart- en vaatziekten. Om die kans te verlagen, is het belangrijk om producten met verzadigd vet te vervangen voor producten met onverzadigd vet.

Neem bijvoorbeeld boter om in te bakken.

Soort Per 100 gram
Energie 880 kcal
Vet 98 gram
Waarvan verzadigd vet 48 gram

 

Soort Per 100 gram
Energie 652 kcal
Vet 74 gram
Waarvan verzadigd vet 7.3 gram
Waarvan onverzadigd vet 66 gram

 

 

7. Voedingsclaims

 

Op voedingsmiddelen kunnen voedingsclaims staan. Een voedingsclaim beweert iets positiefs over de samenstelling van een product. Voorbeelden hiervan zijn, vezelrijk, zoutarm, light, suikervrij etc. Voedingsmiddelen mogen niet zomaar een claim dragen. Hier zijn bepaalde eisen voor opgesteld waaraan een voedingsmiddel moet voldoen. Een product met een claim hoeft niet te betekenen dat het ook een gezond product is. Bijvoorbeeld een koekje met extra calcium kan nog steeds veel calorieën, suiker of verzadigd vet bevatten. Laat je dus niet misleiden door claims zoals: bron van vezels, vetarm of light, maar kijk altijd naar de ingrediëntenlijst en voedingswaarde.

 

8. Wat wordt er vaak nog meer benoemd?

 

  • Allergenen: Allergenen zijn bestanddelen van natuurlijke of kunstmatige stoffen die bij sommige mensen voor een allergische reactie kunnen zorgen. Veelvoorkomende soorten zijn bijvoorbeeld melk, ei, gluten, pinda’s en noten.

 

  • Aroma’s: Aroma’s geven een product geur of smaak. Aroma’s worden ook wel eens ‘natuurlijk’ genoemd, dit mag alleen als ze uit een natuurlijke bron komen. Kruiden en specerijen vallen niet onder aromastoffen.

 

  • Additieven: Additieven worden toegevoegd zodat een product er beter uitziet, de smaak verbetert of er wordt gezorgd dat een product langer bewaard kan blijven. In de Europese Unie mogen alleen additieven met een E-nummer in voedsel verwerkt worden. Daarvan is in principe zeker dat ze bij een normale hoeveelheid geen gezondheidsklachten zullen veroorzaken.

 

 


Gezonde leefstijl: de kans op succes vergroten

Je bent van plan om je leefstijl te verbeteren. Je wilt graag goed in je vel zitten en meer energie krijgen. Maar je wilt dit keer de kans op succes zo groot mogelijk maken. Waar kun je rekening mee houden? In deze blog vind je onze tips!

 

 

Tip 1: Ga niet te snel

 

Hiermee bedoelen we: gooi niet in één keer je hele leefstijl om, maar doe het stap-voor-stap. Zo geef je jezelf de tijd om aan je nieuwe leefstijl te wennen. Dit helpt om de veranderingen daadwerkelijk vol te houden.

Daarnaast: streef ook niet naar snel heel veel kilo’s kwijtraken, maar pak het rustig aan. Benieuwd waarom niet? Lees dan deze blog waarin we dat uitleggen: hier

 

Tip 2: Eet voldoende

 

Zorg dat je voldoende eet, te weinig eten lokt juist snaaien uit. Je krijgt dan sneller lekkere trek, waardoor je zo weer de voorraadkast induikt voor wat lekkers. Enorm frustrerend! Door voldoende voedzame producten te eten, kun je dit voor zijn.

 

Tip 3: Verbieden werkt niet

 

Het verbieden van bepaalde voedingsmiddelen werkt niet. De focus ligt dan op wat je niet mag. Focus liever op wat wél mag (in de vorm van positieve doelen). Zeg dus niet tegen jezelf: ik mag ’s avonds niet snoepen. Zeg wel: als ik ’s avonds trek krijg, dan neem ik een stuk fruit. Dat is veel positiever!

 

Tip 4: Gun jezelf genietmomenten

 

Gun jezelf genietmomenten tijdens het veranderen van je leefstijl. Dit helpt om het gezonde eten vol te houden. Plan je genietmomenten in en kies bewust voor datgene wat je écht het allerlekkerste vindt. Extra tip: spreek met jezelf af dat je alleen producten neemt die je een 8 of hoger geeft (op een schaal van 1 tot 10).

 

 

Tip 5: ‘Willen’ in plaats van ‘moeten’

 

Kies doelen die je écht wilt behalen. Je moet namelijk helemaal niks. Zelfs niet als je huisarts, partner of buurvrouw zegt dat je het wel moet doen. Jij beslist. Vraag jezelf af: wat is mijn motivatie? Wat gaat het verbeteren van mijn leefstijl mij opleveren? Denk aan: leukere kleding kunnen dragen, een betere conditie, makkelijker met de (klein)kinderen kunnen spelen, je fitter voelen, meer energie etc. Zorg dat je helder voor ogen hebt waarom je het wil.

 

Tip 6: Eet met aandacht

 

Eet met aandacht. Ga niet voor de tv eten of tijdens de maaltijd op je telefoon scrollen. Voor je het weet is je bord leeg en heb je het helemaal niet geregistreerd of ervan genoten. Maak er juist een rustmoment van. Ga aan tafel zitten, proef wat je eet en zorg dat je niet wordt afgeleid. Zo voel je beter wanneer je vol zit en beleef je meer plezier aan je maaltijd.

 

Tip 7: Vergeet je dagelijkse beweging niet

 

Bij het verbeteren van je leefstijl wordt vaak gedacht aan sporten. Maar vergeet ook je dagelijkse beweging niet! Zoals wandelen of een stuk fietsen na een lange werkdag. Zo ben je ook in beweging op de dagen dat je niet sport en zal je merken dat het sporten sneller resultaat geeft.

Veel succes!


Afvallen en uiteten gaan: onze tips

 

Nu de meeste coronamaatregelen worden ingetrokken gaan we langzaam weer terug naar het normale leven. En dat betekent: sociale bijeenkomsten, terrasjes en etentjes! Maar hoe ga je om met bezoekjes aan een restaurant als je ook een gezonde leefstijl wilt nastreven? In deze blog geven wij onze tips.

 

Tip 1: Eet overdag voldoende

 

Onze allereerste tip: zorg dat je overdag voldoende eet. Ga niet ter compensatie maaltijden of tussendoortjes overslaan. De kans dat je dan veel trek hebt als je aan tafel schuift is alleen maar groter. Het is dan moeilijker om je aan je porties te houden. Honger jezelf daarom niet uit!

 

Tip 2: Kies voor magere vleessoorten of vis

 

Denk aan kipfilet, kalkoen, vis, biefstuk of kies voor een vegetarisch gerecht. Vraag of ze eventuele saus apart willen doen in een bakje. Zo kun je zelf bepalen hoeveel je hier van neemt.

 

Tip 3: Kies voor extra groente

 

Vraag of je extra rauwkost bij de maaltijd kunt krijgen. De vezels in groente zorgen voor een vol gevoel, waardoor je minder geneigd bent om te overeten.

 

Tip 4: Kijk of je porties kunt delen

 

Krijg je bijvoorbeeld standaard patat bij de maaltijd? Vraag of jij en je tafelgast(en) een portie kunnen delen.

 

Tip 5: Volgorde van eten

 

Eet eerst je groente en vlees/vis/vegetarische optie, begin daarna pas aan de patat. Doordat er al eten in je maag zit, ben je minder geneigd om te veel van de patat te eten.

 

Tip 6: Kies voor gezonde(re) drankjes

 

Gezonde opties zijn bijvoorbeeld Spa Blauw of Spa Rood met een schijfje citroen. Zin in iets zoets? Kies dan voor light- of zero-frisdranken. Wil je graag een wijntje of biertje drinken? Zorg dat je daarna een gezonder drankje zonder alcohol drinkt. Door af te wisselen kan je meedoen, genieten en bewuste keuzes blijven maken.

 

Tip 7: Beperk het aantal gangen

 

Bepaal van te voren of je een toetje wilt nemen. Is dat het geval, zorg dan dat je een licht hoofdgerecht kiest (of kies voor twee voorgerechten als hoofdgerecht). Wil je liever voor een hoofdgerecht gaan? Laat het toetje dan zitten en kies in plaats daarvan een kop koffie of thee.

 

Tip 8: Neem de tijd

 

Neem de tijd als je eet. Kauw goed, proef wat je eet en wees niet te gehaast. Door goed te kauwen merk je sneller wanneer je vol zit! Eet totdat je maag voor 80% gevuld is, stop dan met eten.

 

Tot slot: geniet!

 

 

 


Wat is gezonder: groente uit pot, vers of uit de diepvries?

Iedereen weet het eigenlijk wel: bij een gezonde leefstijl hoort het eten van voldoende groente. In Nederland hebben we de luxe dat er altijd een groot assortiment aanwezig is in de supermarkt: zowel vers, als uit de diepvries en in pot. Maar zit er eigenlijk verschil tussen deze soorten? Lees snel verder als je benieuwd bent!

 

Waarom is het eten van voldoende groente belangrijk?

 

Allereerst is het goed om stil te staan bij de voordelen van groente. Groenten zijn caloriearm, maar daarentegen rijk aan voedingsstoffen die we dagelijks nodig hebben. Denk aan vezels, vitamines en mineralen. Uit onderzoek blijkt dat het eten van voldoende groente het risico op chronische ziekten (hart- en vaatziekte, beroerte, darmkanker, diabetes type 2) verlaagt. Er wordt daarom geadviseerd om dagelijks 250 gram groente te eten. Hierbij is het goed om te variëren in de soorten groente die je eet, omdat niet één groentesoort alle voedingsstoffen bevat die je nodig hebt.

 

Verschil tussen groente uit pot, vers of uit de diepvries

 

Nu is het goed om te weten dat er wel degelijk verschil zit tussen groente uit pot, vers of uit de diepvries. Om dit inzichtelijk te maken hebben wij een overzicht gemaakt, zie hieronder:

Bron tabel: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (z.d.)

Wat opvalt is dat groente uit pot veel meer zout bevat dan vers of uit de diepvries. Dit is een groot verschil! Daarnaast is het opvallend dat diepvriesgroente en groente uit pot vaak (maar niet altijd) meer vitamine C bevatten. Dit komt doordat diepvriesgroente en groente uit pot meteen na de oogst worden ingevroren of verwerkt, waardoor minder vitamines verloren gaan.

 

Conclusie: wat is beter?

 

Gezien het aanzienlijke verschil in zoutgehalte tussen potgroente en verse of diepvriesgroente, adviseren wij om voor verse of diepvriesgroente te kiezen. Er zit wat verschil tussen verse of diepvriesgroente wat betreft vitamines, maar het verschil is klein. Je kunt diepvriesgroente daarom als ‘net zo vers’ beschouwen als verse groente.

 

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (z.d.). Nederlands voedingsstoffenbestand (NEVO). Geraadpleegd op 18 augustus 2021 van www.nevo-online.rivm.nl

 

 

 


Vraag maar raak: Is zoete aardappel gezonder dan normale aardappel?

 

In onze praktijk krijgen we regelmatig vragen over producten. Vooral vragen of bepaalde producten gezonder zijn dan andere producten. De antwoorden op die vragen willen wij nu bundelen in een nieuwe rubriek ‘Vraag maar raak!’ Met deze week: is zoete aardappel gezonder dan normale aardappel?

 

Zoete aardappel

 

De zoete aardappel wordt ook wel bataat genoemd en valt onder de knolgewassen. Oorspronkelijk komt de zoete aardappel uit Zuid-Amerika. Het heeft, zoals de naam al doet vermoeden, een zoete smaak. Vooral de afgelopen jaren is de zoete aardappel steeds populairder geworden, waardoor hij nu in de meeste supermarkten goed verkrijgbaar is.

 

Voedingswaarde

 

Door de oranje kleur bevat de zoete aardappel veel betacaroteen, de stof die ook wortels hun oranje kleur geeft. Betacaroteen is een antioxidant dat goed is voor ons afweersysteem. Daarnaast bevat zoete aardappel veel vezels. Die hebben we nodig om onze darmen goed te laten werken. Ook is zoete aardappel rijk aan vitamine A, wat ondersteunt bij een gezonde huid, ons afweersysteem en onze ogen. Tot slot levert het koolhydraten: een belangrijke energiebron voor ons lichaam. De zoete aardappel past dus prima in een gezond eetpatroon!

 

 

Gezonder dan normale aardappel?

 

Voor het beantwoorden van deze vraag hebben we de voedingswaarden van beide producten in een tabel gezet. Zie hieronder:

Wat opvalt is dat een gewone aardappel wat meer eiwit bevat dan een zoete aardappel. Daarentegen bevat de zoete aardappel meer suiker. Ook het vezelgehalte is hoger. Echter is het goed om te beseffen dat het hier om kleine verschillen gaat.

Wat betreft vitamines en mineralen bevat de zoete aardappel meer vitamine C, beta-caroteen en calcium. De gewone aardappel bevat meer vitamine B6, zink en magnesium. Het ene is niet beter dan het andere: ze hebben daardoor elk hun eigen voordeel voor onze gezondheid.

 

Conclusie

 

Om antwoord te geven op de vraag of zoete aardappel gezonder is dan normale aardappel: nee, de ene is niet gezonder dan de ander. Qua macronutriënten zijn ze praktisch gelijk. Wel is het zo dat ze verschillen in vitamines en mineralen, waardoor ze elk hun eigen voordelen hebben voor ons lichaam. Ons advies zou daarom zijn: wissel lekker af tussen beide soorten!

 

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (z.d.). Nederlands voedingsstoffenbestand (NEVO). Geraadpleegd op 26 mei 2021 van www.nevo-online.rivm.nl

 


Zijn vegetarische vleeswaren gezond?

 

Het wordt al een aantal jaren verkondigd: we kunnen beter minder vlees eten en meer vegetarisch. Niet alleen beter voor het milieu, maar ook voor onze gezondheid. Supermarkten spelen hier op in door steeds meer vegetarische vleeswaren aan te bieden. Maar de vraag is: zijn die vegetarische vleeswaren altijd gezonder dan normale vleeswaren? Lees snel verder als je benieuwd bent!

 

Waar vegetarische vleeswaren goed op scoren

 

Laten we met het positieve beginnen: over het algemeen bevatten vegetarisch vleeswaren minder verzadigd vet dan normale vleeswaren. Verzadigd vet is het soort vet wat ons cholesterol verhoogt. Hier willen we het liefst niet te veel van binnenkrijgen. Een boterham met vleeswaren vervangen door vegetarische vleeswaren is in dat opzicht geen slecht idee.

 

Waar vegetarische vleeswaren niet goed op scoren

 

Helaas is het echter niet zo rooskleurig dat alles beter is als je kiest voor vegetarische vleeswaren. Allereerst doordat aan vegetarische vleeswaren niet altijd ijzer en/of vitamine B12 wordt toegevoegd. IJzer en vitamine B12 komen van nature voor in vlees. IJzer is belangrijk voor het transport van zuurstof in ons bloed. Vitamine B12 is nodig voor de aanmaak van rode bloedcellen. Het is daarom belangrijk om deze voedingsstoffen binnen te krijgen, ook als je geen vlees eet. Lang niet alle vegetarische vleeswaren bevatten dit, waardoor het vaak geen volwaardige vleesvervanger is.

Daarnaast wordt aan vegetarische vleeswaren veel zout toegevoegd voor de smaak. Bij normale vleeswaren is dit ook het geval. Gemiddeld bevatten beide soorten zo’n 2 gram zout per 100 gram product. Als je bedenkt dat we minder dan 6 gram zout per dag moeten binnenkrijgen, dan is dit enorm veel! Niet echt gezond te noemen helaas.

Tot slot zijn er vegetarische vleeswaren die onvoldoende eiwit bevatten. Bijvoorbeeld de Vegan grillworst van de Albert Heijn.

Als je naar de ingrediënten kijkt, staat er dat dit product voor 68% uit water en 14% uit zonnebloemolie bestaat. Je betaalt dus voor een plakje water met olie! Hierdoor bevat dit product ontzettend weinig eiwitten. Eiwitten zijn bouwstoffen voor ons lichaam, die we dagelijks nodig hebben om onze spiermassa op peil te houden. Je hebt het idee dat je een goede vleesvervanger gebruikt, maar eigenlijk mis je met dit product één van de belangrijkste bestanddelen van vlees: de eiwitten. Geen volwaardige vervanger dus.

 

Wat is dan wel gezond vegetarisch broodbeleg?

 

 

Nu is het niet zo dat al het vegetarisch broodbeleg niet goed is, maar in het algemeen kunnen we stellen dat kant-en-klare vegetarische vleeswaren uit de supermarkt vaak te veel zout bevatten en onvoldoende eiwit, ijzer en/of vitamine B12.

Wat zijn dan wel goede vegetarische belegsoorten? Hieronder hebben we een rijtje gemaakt van minder bewerkte soorten, die een stuk gezonder zijn.

Met vitamine B12, ijzer en voldoende eiwit:

  • Gekookt ei, omelet met groentes of roerei

Zonder ijzer, maar wel vitamine B12 en voldoende eiwit:

  • Hüttenkäse met peper of verse peterselie. Ook lekker met plakjes fruit!
  • Mozzarella met plakjes tomaat en verse basilicum

Zonder vitamine B12, maar wel ijzer en voldoende eiwit:

  • Notenpasta’s of pindakaas op basis van 100% noten
  • Zelfgemaakte hummus of andere bonenspread zonder zout

Zoals je ziet zijn er maar weinig belegsoorten die vitamine B12, ijzer én voldoende eiwit bevatten. Het is daarom goed om te blijven variëren, zodat je alle voedingsstoffen binnenkrijgt die je nodig hebt.

Benieuwd hoe je zelf lekkere hummus maakt? Hieronder vind je een recept:

BASISRECEPT HUMMUS

(voor ongeveer 6 boterhammen)

+ 130 g gare kikkererwten (eventueel uit blik)

+ ½ el tahin

+ 1 teentje knoflook

+ 1 ½ el citroensap

+ 1 tl komijnpoeder

+ 1 ½ el olijfolie

Pureer alle ingrediënten en breng op smaak met cayenne- of zwarte peper. De hummus is in de koelkast ongeveer vijf dagen houdbaar.

VARIATIETIPS:

  • voeg 150 g gekookte of geroosterde pompoen en 1 theelepel gedroogde rozemarijn toe voor pompoenhummus
  • Voeg 100 g gekookte of geroosterde bieten en 1 theelepel verse tijm toe voor bietenhummus
  • Voeg ½ theelepel harissa (of naar smaak) toe voor pittige harissahummus

 

Conclusie

 

Uit het bovenstaande blijkt dat het meeste kant-en-klare vegetarische vleeswaren uit de supermarkt minder verzadigd vet bevatten dan normale vleeswaren, maar helaas wel veel zout en vaak niet voldoende eiwit, ijzer en/of vitamine B12. Dit maakt dat het vaak geen volwaardige vleesvervangers zijn en ze niet bijdragen aan de gezondheid. Wil je echt een gezondere keuze maken, kies dan voor vegetarisch beleg dichtbij de natuur en zonder allerlei toevoegingen. Varieer tussen deze soorten om te zorgen dat je alle voedingsstoffen binnenkrijgt die je nodig hebt.


Nieuwe praktijklocatie op Urk

Leuk nieuws: wij hebben een nieuwe praktijklocatie op Urk!

Dit betekent dat wij voortaan op dinsdagochtend gevestigd zijn in het gebouw van Fytac Urk-De Noord (adres: De Noord 8C, 8321 BA Urk). Marjolijn wordt het gezicht op deze locatie.

Wilt u een afspraak maken op onze nieuwe locatie?

Mail dan naar: info@marjolijn-bakker.nl

Of bel naar Fytac Urk: 0527 729 910

 

Hopelijk tot ziens!


Vitamine D en het coronavirus: hoe zit dat precies?

 

De afgelopen maanden zijn er verschillende vitamines genoemd die invloed zouden hebben op de kans op besmetting met het coronavirus. Eén van de meest genoemden was vitamine D. Vitamine D zou helpen om de kans op een coronabesmetting te verkleinen. Mocht je toch besmet raken, dan zou het coronaklachten verminderen. Hoe zit dit precies?

 

Vitamine D

 

Allereerst is het goed om te weten wat vitamine D is. Vitamine D is een vetoplosbaar vitamine dat voorkomt in onze voeding. Vooral in vette vis, een beetje in vlees en ei, maar het wordt ook toegevoegd aan halvarines, margarines en bak-en-braadproducten in Nederland. Daarnaast maakt onze huid vitamine D aan als de huid wordt blootgesteld aan zonlicht.

Het binnenkrijgen van voldoende vitamine D is belangrijk om onze botten gezond te houden. Vitamine D helpt namelijk om calcium uit je voeding op te nemen in je botten. Daarnaast zorgt vitamine D voor gezonde spieren en speelt het een rol in de weerstand tegen infecties.

 

Vitamine D en het coronavirus

 

Een paar maanden geleden waren er verschillende professionals die opriepen om een vitamine D-supplement te gaan slikken. Er waren aanwijzingen uit onderzoek dat dit de kans op een coronabesmetting zou verkleinen. Bovendien zou het, als je toch corona zou krijgen, de klachten minder ernstig laten verlopen. Het ministerie van Volksgezondheid heeft de Gezondheidsraad opdracht gegeven om hierin te duiken en een advies naar buiten te brengen. En wat blijkt: zij adviseren NIET om een vitamine D-supplement te gebruiken. Hoe kan dit?

 

Observationele studies

 

De Gezondheidsraad stelt dat er op dit moment nog onvoldoende bewijs is om de effectiviteit van vitamine D bij de kans op besmetting met het coronavirus aan te tonen. Dit komt doordat het bewijs wat tot nu toe is gevonden, is gebaseerd op observationele studies. Observationele studies zijn studies waarin wordt gekeken naar de gegevens van een grote groep mensen, zonder dat men iets aan de situatie verandert. Er werd bijvoorbeeld gekeken of mensen met een lagere vitamine D-status in hun bloed, een grotere kans hebben op het krijgen van het coronavirus. Hieruit kwam inderdaad naar voren dat er een verband tussen deze twee factoren bestaat.

Maar waarom is dit dan onvoldoende bewijs? Dat komt doordat je op basis van een observationele studie geen conclusies kunt trekken over oorzaak of gevolg. Concreter betekent dit: was een lage vitamine D-status in het bloed de oorzaak van een corona-infectie? Of was het juist het gevolg van die infectie? Dat weten we niet, waardoor er meer onderzoek nodig is.

 

Welk onderzoek is wel geschikt?

 

De vervolgonderzoeken die nodig zijn gaan er anders uitzien. In plaats van observationeel onderzoek, zal het dit keer experimenteel onderzoek worden. Dit betekent dat er wel iets aan de situatie wordt veranderd. Bijvoorbeeld: er worden twee groepen mensen met elkaar vergeleken. De ene groep krijgt een vitamine D supplement en de andere groep niet. Vervolgens wordt vergeleken in hoeveel gevallen er een coronavirusinfectie optreedt in elke groep. Mocht er (significant) verschil tussen de groepen worden gevonden, dan is dit sterker bewijs dat een vitamine D-supplement invloed heeft op besmetting met het coronavirus.

 

Zijn er mensen die wel extra vitamine D moeten slikken?

 

Er zijn groepen mensen die wel het advies krijgen om extra vitamine D bij te slikken. Dit vanwege de gezondheid van de botten.

De volgende groepen wordt geadviseerd om 10 microgram vitamine D per dag te suppleren:

  • Mensen met een getinte huidskleur
  • Mensen die gesluierd zijn als ze buiten lopen
  • Mensen die overdag weinig buiten komen
  • Zwangere vrouwen
  • Vrouwen boven de 50 jaar

De volgende groep wordt geadviseerd om 20 microgram vitamine D per dag te suppleren:

  • Mannen en vrouwen boven de 70 jaar

Wanneer kom je voldoende buiten? Als je dagelijks tussen 11.00 en 15.00 uur 15 tot 30 minuten buiten komt met je handen en hoofd onbedekt, dan is dat voldoende. Dit is echter een richtlijn: kom je buiten deze tijden ook buiten, dan kan het zo zijn dat je bij elkaar opgeteld toch genoeg zonlicht hebt gezien. Heb je het idee dat je te weinig buiten komt, vraag dan je huisarts om advies of je vitamine D moet suppleren of niet.

Hoe zit dat in de winter in Nederland, dan krijgen we allemaal toch minder zon op onze huid? Dat klopt, maar in de zomer bouw je een voorraad op in je lichaam waar je in de winter op kunt teren. Voor groepen die niet onder het bovengenoemde suppletieadvies vallen, is het daardoor niet nodig om extra vitamine D te slikken.

 

Conclusie

 

De resultaten die tot nu toe verkregen zijn uit onderzoek, zijn gebaseerd op observationeel onderzoek. Daardoor is er nu nog onvoldoende bewijs om voor heel Nederland een vitamine D-supplement te adviseren. Alleen voor de mensen die in één van de groepen vallen waar altijd al een vitamine D-suppletie advies voor werd gegeven, wordt geadviseerd om een vitamine D-supplement te slikken.

 

 

Bronnen:

Gezondheidsraad. (2021, 3 maart). Vitamine D en de preventie van COVID-19 en acute luchtweginfecties. Geraadpleegd op 3 maart 2021 van https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2021/03/03/vitamine-d-en-de-preventie-van-covid-19-en-acute-luchtweginfecties

Voedingscentrum. (z.d.). Vitamine D. Geraadpleegd op 3 maart 2021 van https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-d.aspx


Hoe ga je om met de 4-uur-dip?

 

Iedereen kent het wel, in de ochtend heb je nog voldoende energie, maar rond 16.00 uur is je energie op. Je bent vermoeid en lust wel wat lekkers. De kans is groot dat je dan iets ongezonds (koek, snoep) pakt. Deze producten bevatten veel suiker, waardoor je bloedsuikerniveau snel stijgt. Het voelt aan als een energiekick, precies wat je wilt! Maar als je een gezonde leefstijl wilt nastreven is het niet handig om hier een gewoonte van te maken. Wat kan je dan wel doen om je energieniveau weer op te krikken? Psycholoog Robert Thayer heeft hier onderzoek naar gedaan.

 

Het onderzoek

 

Hij voerde een experiment uit met twee groepen. De ene groep kreeg om 16.00 uur een zoet tussendoortje. De andere groep werd gevraagd om (in plaats van het zoete tussendoortje) 10 minuten stevig door te wandelen. Beide groepen moesten noteren hoe energiek ze zich voelden. Wat bleek? De groep die 10 minuten stevig ging wandelen voelde zich energieker dan de groep die zoetigheid mocht eten. Dit effect was tot wel twee uur later te merken! Bij de groep die zoetigheid mocht was de vermoeidheid na een uur alweer terug.

 

 

Conclusie

 

Wat laat dit nu zien? Een kort rondje (stevig) doorwandelen helpt beter om de 4-uur-dip te verslaan dan iets lekkers nemen. Daarnaast is beweging natuurlijk ook beter voor je gezondheid dan een zoete snack: win-win dus!

Wil je dus echt wat veranderen aan je snaaidrang rond 16.00 uur, kom dan in beweging. Ga lekker naar buiten en loop een kort rondje (stevig) door. Ben je op je werk? Loop dan in de pauze een rondje door het gebouw of ga naar buiten. De eerste keren zal je waarschijnlijk geen zin hebben om te wandelen, maar probeer jezelf te motiveren om het toch te doen. Je zult merken dat je dan snel weer energieker voelt. Hoe vaker je dit doet, hoe meer het kan inslijten als een nieuwe gewoonte.

Wie van jullie gaat dit proberen komende week?

 

Bron: R. Thayer, Calm energy, How people regulate mood with food and exercise, Oxford University Press, 2001 / J. Loehr e.a., The power of full engagement, Free Press, 2003

 


Goede voornemens, hoe ga je ze dit jaar wel halen?

Het is weer januari en dat betekent: goede voornemens voor het nieuwe jaar. Om mij heen hoor ik allemaal mensen met goede ideeën, zoals gezonder gaan leven, meer bewegen en meer ontspannen. Maar hoe zorg je dat het niet blijft bij voornemens, maar dat je ook echt je doelen gaat halen? In deze blog geven wij onze tips!

 

Tip 1: Bepaal waarom je iets wilt

 

Simpelweg zeggen dat je ‘wilt afvallen’ of ‘gezonder leven’ zegt nog niks over je eigenlijke motivatie. Waarom wil je graag afvallen? Of gezonder leven? Wil je je fitter voelen? Wil je meer energie hebben? Wil je het goede voorbeeld geven aan je kinderen? Of wil je graag weer in bepaalde kleren passen die achterin de kast liggen? Denk eens goed na: waarom wil je precies iets. Alleen als je weet waarom je iets wilt, zal je bereid zijn om er ook voor te gaan.

 

Tip 2: Stel kleine en meetbare doelen

 

Stel, je goede voornemen is om dit jaar gezonder te eten. Maar ja, wat betekent dat precies, gezonder eten? Probeer kleine, haalbare doelen te stellen. Begin dus niet meteen met het doel ‘volledig gezond eten volgens de Schijf van Vijf ’, maar start met kleine subdoelen. Hieronder volgen wat voorbeelden ter inspiratie:

  • 2 stuks fruit per dag eten
  • Dagelijks 250 gram groente eten
  • Volkoren brood/pasta/crackers gebruiken in plaats van de witte varianten
  • Een handje ongezouten noten per dag nemen
  • Dagelijks een schaaltje yoghurt met fruit nemen

Wil je meer gaan bewegen? Begin dan niet meteen met het doel ‘Drie keer per week sporten’, maar begin bijvoorbeeld met ‘Eén keer per week sporten.’ Hieronder nog meer voorbeelden van kleine subdoelen:

  • 5.000 stappen per dag zetten
  • In de pauze van je werk elke dag een rondje wandelen
  • Eén keer per week stretchoefeningen doen
  • Eén keer per week een yoga-video op YouTube volgen
  • Elke dag de trap nemen in plaats van de lift

Begin klein en hang er een tijd aan. Zoals: ‘Over een maand eet ik elke dag 2 stuk fruit.’ Een maand later kun je dan kijken of je doel behaald is. Door het klein te houden, behaal je snel successen. Deze succeservaringen zorgen ervoor dat het leuk blijft en dat je het volhoudt op de lange termijn!

 

 

 

Tip 3: Schrijf je doelen op

 

Het is leuk om in gedachten allerlei voornemens te bedenken, maar het risico dat je ze dan snel weer vergeet is groot. Schrijf je voornemens daarom op! Hang ze het liefst ook in het zicht.  Bijvoorbeeld door het op de koelkast te hangen of aan een prikbord in de keuken. Zo word je eraan herinnerd dat je deze doelen had gesteld.

Het is ook leuk om een habit tracker te maken. Dit is een tabel waarin je verschillende (kleine) subdoelen opschrijft. Voor een bepaalde periode houd je dan bij of het is gelukt om je doel voor die dag of week te behalen door de vakjes in te kleuren. Dat kan er als volgt uit zien:

Het is erg motiverend om je habit tracker in het zicht te hangen en elke dag een vakje af te strepen!

 

Tip 4: Praat erover

 

Als je echt volledig voor je voornemens wilt gaan, moet je ze niet voor jezelf houden, maar er juist met anderen over praten. Dit maakt het veel echter. Daarnaast willen de meeste mensen zich aan hun woord houden, dus het kan een extra stok achter de deur zijn als je weet dat je familieleden of vrienden er binnenkort naar zullen vragen. Je wilt dan natuurlijk het liefst kunnen vertellen dat het al gelukt is om verschillende subdoelen te behalen.

 

Tip 5: Beloon jezelf

 

Het is al enorm motiverend als jij je doelen behaalt, maar het kan extra helpen om jezelf af en toe te belonen. Beloon jezelf liever niet met eten (dit kan zomaar je doelen weer tegenwerken), maar kies voor beloningen waar je echt iets aan hebt of plezier aan beleeft. Bijvoorbeeld:

  • Een boek kopen wat je al tijden graag wilt lezen
  • Jezelf een dagje sauna cadeau doen (voor als het weer kan na de lockdown)
  • Een bepaald kledingstuk bestellen dat je graag wilt hebben
  • Een leuk tijdschrift halen waar je lekker de tijd voor kunt nemen
  • Een mooie bos bloemen kopen

 

 

Hebben jullie al goede voornemens gemaakt voor 2021?


Menu